Chagrijnig

Flame 8 weken

Chagrijnig, hardstikke chagrijnig. Onze oudste en eerste hond Diamond zit chagrijnig in de kofferbak van de auto terwijl wij onze nieuwe, kleine aanwinst op vier poten ophalen bij de fokster. Hij heeft meer dan een jaar als enige hond bij ons geleefd maar zal vanaf nu zijn leven moeten delen met nog een hond. En wat voor een hond! We hebben de pup inmiddels Flame gedoopt vanwege zijn gevlamde vachtkleur. De fokster heeft hem officieel gedoopt tot Flaming Fire vanwege z’n karakter. Een zeer terechte naam zoals later zal blijken.

Thuisgekomen “laden” we onze honden uit. Diamond houdt ruime afstand van Flame. De blik in zijn ogen verraad boekdelen: wat moet dat beest hier!? We stellen hem gerust met de mededeling dat een kameraad voor hem alleen maar leuk is maar de boodschap komt schijnbaar niet over. Nog steeds chagrijnig loopt hij ons huis binnen. Flame loopt vrolijk kwispelend achter hem aan alsof het de doodsnormaalste zaak van de wereld is, ondertussen de buurvrouw vriendelijk groetend.

Binnengekomen wordt de hele kamer verkent en de inmiddels gearriveerde poes wordt tevens met belangstelling bekeken. Zij moet er echter niets van hebben en laat met een flinke uithaal weten niet van Flame gediend te zijn. Dat maakt het echter voor Flame alleen maar interessanter. Spelen! De arme poes dendert door de kamer met Flame op haar hielen. Uiteindelijk geeft Flame het op en gaat tevreden liggen slapen.

Diamond moet niets van Flame hebben, hij gaat demonstratief een paar meter van Flame afliggen met de rug naar hem toe. Wij besluiten de natuur haar gang te laten gaan en niet in te grijpen in deze “hondse” relatie. Flame echter is zich van geen kwaad bewust en probeert regelmatig toenadering te zoeken. Hij sluipt dan naar Diamond toe en probeert op zijn rug te klimmen of aan z’n staart te hangen. Met een grom echter laat Diamond weten hier niet van gediend te zijn. Flame laat zich echter niet wegjagen en probeert het keer-op-keer opnieuw. Tevergeefs echter.  “Dan maar proberen bij de poes” denkt Flame vervolgens maar ook daar vangt hij bot want onze oude dame is niet meer in voor een spelletje.

“Het wordt tijd voor een kennismaking met de buurt” denk ik en neem Flame mee naar buiten. Daar wordt hij enthousiast begroet door de buurvrouw en nog meer hondenliefhebbers. Hij wordt geknuffeld en gecomplimenteerd met z’n mooie ogen en z’n zachte vacht. Onze jongste aanwinst windt de hele buurt om z’n poot. De buurvrouw overstelpt hem met liefkozende woordjes. “Ja, ja” denk ik “die heb ik ook gehoord toen Diamond nog pup was”.

 

Er zit schot in de zaak!

Diamond heeft inmiddels ontdekt dat chagrijnig rondlopen niet bevorderlijk is voor zowel zichzelf als z’n omgeving. Als een egeltje zo voorzichtig zoekt hij toenadering tot Flame. Zo’n spring in het veld is toch wel interessant. Anita en ik staan er met verbazing naar te kijken. Flame wordt van alle kanten besnuffeld (toch handig zo’n lange neus). Heel voorzichtig breekt het ijs tussen de twee kerels.

Het gaat goed tussen Diamond en Flame. Ze vinden elkaar reuze interessant. Flame hangt in Diamond z’n haren en Diamond vindt het prachtig om samen met Flame met de bal te spelen. Onze inventaris heeft heel wat te lijden. Het is ongelofelijk om te zien hoe een chagrijnige hond kan veranderen in een vrolijk spelende hond.
Flame rent tijdens balspelletjes zo hard door de kamer dat hij op een gegeven moment de bijzettafeltjes omver loopt. Met een harde knal vallen deze om. Flame rent naar Diamond toe en gaat pal achter hem staan waardoor wij hem niet meer zien. Heel voorzichtig kijkt hij vervolgens onder Diamond zijn buik door naar ons met een blik in zijn ogen van “hij heeft het gedaan hoor, ik weet van niks”. Wij proberen ons lachen in te houden. Heerlijk, twee van die ondeugden in huis.

Flame 9 weken

De brink

Socialisatie is belangrijk dus nemen we Flame mee naar de kern van ons dorp: de brink. De brink is een ontmoetingspunt voor mens en dier.
Hier gebeurt het. Hier wordt het wereldnieuws besproken. Wil je wat beleven dan moet je naar de brink komen. Trekkers, de SRV man (ja, hij bestaat nog in onze woonplaats), een boer op klompen, je maakt het allemaal mee op dé brink.

We trekken de nodige aandacht met onze twee kerels, een prachtige blue merle en een jonge, dartelende sable pup. De “oh’s” en “ah’s” nemen we dankbaar in ontvangst. We gaan op weg naar de bakker. Hij ziet ons al van verre aankomen en denkt “weer al mijn personeel op de deurmat om die pup naar binnen te lokken”. Maar dat pakt anders uit. Net zoals de baas heeft Flame een goede neus voor lekker eten. Zonder schroom loopt hij de winkel binnen om vervolgens rustig af te wachten wat er komen gaat. De bakker twijfelt “zal ik hem aaien of niet?”. Flame weet feilloos hoe hij iemand moet verleiden. Uiteindelijk zit de bakker op z’n knieën naast Flame. “Loop maar mee kerel” zegt hij. De bakker verdwijnt met Flame op zijn hielen, enige tijd later komt Flame terug met een groot stuk stokbrood in zijn bek.
Gelukkig, ik kan in de toekomst met een gerust hart samen met onze kerels naar de bakker gaan.

Flame blijkt een dikke donder te zijn, zeker tijdens etenstijd. Diamond is gewend dat z’n voerbak op een handdoek wordt gezet. We hebben Flame inmiddels zover gekregen dat hij gaat liggen als hij zijn bak heeft leeggegeten. Flame schrokt het eten naar binnen en is twee keer zo snel met eten als Diamond. Diamond geniet van zijn eten. Flame moet herhaaldelijk gesommeerd worden om niet te “tijgeren” naar Diamond zijn etensbak. Dat een collie niet dom is blijkt uit het trucje wat Flame verzint om toch Diamond z’n etensbak te kapen: met zijn voorpoten trekt hij al liggend net zo lang aan de handdoek met daarop de etensbak waardoor deze langzaam onder Diamond zijn neus verdwijnt en opschuift richting Flame. Diamond staat er beteuterd naar te kijken.