Collie als boegbeeld
We zijn nog steeds op vakantie in Noorwegen en als het aan ons en de honden ligt gaan we hier nooit meer weg.

We hebben een schitterende vakantiewoning: gelegen met de veranda boven een groot meer en moederziel alleen. We genieten van de rust en de kleurenpracht van het omliggende bos. Diamond
en Flame vermaken zich opperbest. Flame denkt dat de plaatselijke eekhoorns collies zijn
(“ze hebben toch net zo’n grote staart als ik?”) en Diamond raakt niet uitgespeeld met zijn bal. Het enige probleem is dat een bal rond is en dat het terrein waar onze vakantiewoning op staat nogal heuvelachtig is en als complicerende factor ook nog aan het water grenst. Je begrijpt het al: tijdens een achtervolging van de bal plonst deze in het water en drijft af. “Mijn bal!” denkt Diamond, kijkt hem met een trieste blik na en begint te blaffen om hulp. Ik hijs me uit de ligstoel om te kijken wat er aan de hand is. Door de stroming in het meer is de bal al een aardig eindje afgedreven. Gelukkig hebben we een roeiboot bij het huis liggen. Het is jaren geleden dat ik voor het laatst geroeid heb; ik bestudeer eerst de roeiboot uitgebreid: wat is voor en wat is achter en hoe moet je gaan zitten om vooruit te komen (achterstevoren?). Ik bemerk tot mijn spijt dat er geen motor aanwezig is; handkracht is dus nodig om vooruit te komen. Na een paar keer een rondje te hebben gedraaid en nadat de peddels eindelijk goed in het water liggen gaat de boot de goede richting op. Diamond blijft blaffen en geeft aan mee te willen in de boot. Hij heeft nog nooit in een roeiboot gezeten; ik ben benieuwd hoe dit gaat. Hij springt in de boot, wringt zich langs mij heen en gaat als boegbeeld voorop zitten. We roeien gezamenlijk richting afgedreven bal; Diamond geeft middels z’n geblaf aan of we op koers zitten. Opeens hoor ik een plons en ben ik m’n grijze, langharige navigator kwijt. Vrolijk kwispelend zwemt hij naar de bal om vervolgens koers te zetten richting wal. Flame heeft alles belangstellend vanaf de kant gadegeslagen en moedigt Diamond met vrolijk geblaf aan.
De dagen daarna hebben we een nieuw spelletje: de bal wordt in het water gegooid, hond en baasje springen met een rotvaart in de boot, roeien richting bal, hond springt uit de boot en haalt de bal op, andere hond moedigt ons aan vanaf de wal en Anita maakt foto’s.

Westkaap
Eén van de trekpleisters in Noorwegen is een bezoek aan de Noordkaap. Veel minder bekend maar net zo mooi (en minder toeristisch) is de Westkaap. We besluiten er een dagtocht van te maken en vertrekken met schitterend weer richting Westkaap. Diamond en Flame genieten van de overtochten per veerboot. Uit de auto, op dek en met je natte hondenneus de zeewind opsnuiven, blaffen naar de zeemeeuwen, genieten van alle aandacht die je krijgt, in de auto en dit alles een paar keer achter elkaar op verschillende veerboten.
Na een paar uur rijden zijn we er, via smalle paadjes bereiken we een schilderachtige parkeerplaats en wat we vervolgens te zien krijgen gaat alle verwachting te boven: een Noorse colliepup! De jongens hebben hem ook al gezien en beginnen te piepen in de kofferbak. We springen uit de auto en lopen richting de pup. Grenzen vervagen bij gezamenlijke interesses: dat blijkt ook nu weer want er ontstaat een levendig handen-en-voeten gesprek met de eigenaars.
De pup heet Lucas en is 4 maanden oud. Het collievirus springt over, er worden ervaringen en tips uitgewisseld en Flame probeert op z’n Hollands te communiceren met Lucas. Het blijkt dat de eigenaars vlakbij onze vakantiewoning op een camping staan. We nemen afscheid en maken een stevige wandeling over de Westkaap: overweldigende natuur en prachtige vergezichten. Wandelroutes zijn echter niet zo goed gemarkeerd als in Nederland; in het begin zijn er regelmatig gemarkeerde punten te vinden maar na verloop van tijd verdwijnen deze spontaan waardoor je de kans loopt de weg kwijt te raken. Het voordeel hiervan is echter dat we op plekken komen die we anders niet gezien zouden hebben.
We komen langs kraakheldere meertjes waar je de vissen in ziet zwemmen. Opeens staan de honden stil en kijken ons aan: in de verte glinstert iets wits: ijsberen? Nee, sneeuw! De bazin en baas kijken elkaar verbaasd aan: we hadden toch een zomervakantie geboekt? Als een speer rennen de honden er naar toe. Flame ligt met 4 poten omhoog te rollen in de sneeuw en Diamond gaat er met zijn neus als een bulldozer doorheen. Het is prachtig om te zien hoe de honden genieten. Na een uurtje en heel veel keren “kom nou” vertrekken we richting vakantiewoning, de jongens moe maar voldaan achterin de auto.
Vissen
Dagtocht nummer zoveel: we wandelen richting het plaatsje Fitje. De honden sjokken achter ons aan. Ze hebben gedurende deze vakantie zoveel gewandeld dat het tempo er een beetje uit is. Er komt een auto langzaam naast ons rijden en ja hoor, wie zit daar in? De Noorse colliepup Lucas die we eerder ontmoet hebben bij de Westkaap. We raken weer met elkaar aan de praat en worden uitgenodigd om ’s avonds bij hun te komen eten.
Tijdens het diner ’s avonds leren we veel over Noorwegen en hun bewoners: gastvrije mensen die trots zijn op hun land. De landkaart komt op tafel en de mooiste plekjes worden besproken. Aan het einde van de avond worden we uitgenodigd om de volgende dag mee te gaan vissen.
Ik verslik me zowat in het toetje en Anita trekt bleek weg. “Hoe red ik me hier uit” denk ik, “ik hou helemaal niet van vissen en Anita wordt al beroerd bij het zien van een roeiboot, laat staan dat ze mee het water op gaat”. De andere kant van de zaak is dat het een hele eer is om uitgenodigd te worden. Er wordt een compromis gesloten: Anita gaat, samen met de honden, een dagje uit met Lillian en ik ga mee vissen met Kai. Ik doe die nacht geen oog dicht en zie in m’n dromen een zinkende roeiboot overvol met vis.

De volgende dag staat Kai me al op te wachten bij zijn motorboot. “Dat belooft wat” denk ik en stap heldhaftig in de boot. Halverwege het meer stopt Kai de motor en krijg ik les hoe je een glibberige pier aan een haakje krijgt. Als hij even niet kijkt doe ik een minuscuul klein piertje aan de haak in de hoop dat hierdoor de vissen niet zullen bijten. Met een grote zwaai belandt de dobber in het water. “Dat duurt wel even voordat ik beet heb vanwege het minuscuul kleine piertje” denk ik. Maar nee hoor, binnen een paar minuten merk ik dat ik beet heb. En zo te voelen een behoorlijke knaap. Ook dat nog. “Zal ik de hengel loslaten” gaat er even door me heen maar Kai staat al naast me om te helpen. Met een schepnet wordt de vangst aan boord gehesen om vervolgens rond te glibberen op de bodem van de boot. “En nu” denk ik, “hoe kom ik hier mee thuis?” Als ervaren visser heeft Kai de redfish al te pakken en in een oogwenk is de nek van de vis gebroken. Mijn maag keert zich een paar keer om maar ik laat niets merken. “Een goed begin” zegt Kai “je hebt er gevoel voor”.
Hij rommelt wat in de boot om vervolgens met vier hengels tegelijk te gaan vissen.
Aan het einde van de dag keren we terug met een grote emmer vol met redfish. We worden opgewacht door Lillian en Anita. “En schat, zo te zien heb je genoten” zegt Anita met een grijns op haar gezicht van oor tot oor. Ik laat haar de emmer vol met vis zien. “Jij weet vast wel hoe je ze schoon moet maken schat, Kai en Lillian eten vanavond vis bij ons” zeg ik en loop naar Diamond en Flame om ze te begroeten.
Die avond eten we overheerlijke redfish en bespreken de belevenissen van die dag. We nemen afscheid van onze Noorse kennissen en van Lucas. “Tot volgend jaar, dan gaan we weer vissen” zegt Kai en drukt me hartelijk de hand.
Noorwegen: vi komme tilbake!
(Noorwegen: we komen terug!)